De
laatste les beeldende vorming alweer, waarin we gingen tekenen met houtskool!
De eerste opdracht (1) was het tekenen van een kubus. Het bleek dat het tekenen
van een kubus leidt tot cliché beelden. Het is geen correcte weergave van de
werkelijkheid. Een kubus hoor je dan in lijnperspectief te tekenen. De tweede
opdracht (2) was een klassieke tekenopdracht met alleen een technisch doel. Het
beeldend doel is opgelost door de docent, want de docent heeft alles voorgedaan.
De derde opdracht (3) was het tekenen van een grappige kubus, dit was een vrije
opdracht. Deze opdracht leidde tot subjectieve beoordeling. De beoordeling was
namelijk gebaseerd op de mening van de docent: vindt hij/zij het grappig? Een beeldend
doel was aanwezig in deze opdracht, namelijk een grappige kubus. Voor een
technisch doel was deze opdracht te vrij. De vierde opdracht (4) was het
tekenen van een verlegen kubus. De opdracht was om iets te doen met de
lijnvoering, dus categorie lijnen. Bij het beoordelen bleek de kubus van
opdracht drie eigenlijk ook wel verlegen te zijn. Bij opdracht vier moest je
minder nadenken, omdat al gegeven was dat je iets met de lijnen moest doen. Het
beeldend doel is verlegen, het technisch doel is lijnen. De opdracht is
gekaderd. Binnen het kader had je de vrijheid om een oplossing te zoeken. De
vijfde en tevens laatste opdracht (5) was om een woedende kubus te tekenen
binnen een paar seconden. Hierdoor had je geen tijd om na te denken en tekende
je het eerste wat er in je opkwam. Deze opdracht heeft dezelfde doelen als bij
opdracht 4. Deze opdracht is een voorbeeld van een beeldend probleem. Als
eindopdracht voor beeldende vorming moesten we een goede beeldende vorming les
in elkaar zetten op een lesvoorbereidingsformulier.
woensdag 20 mei 2015
Foto uit een film en vragen bij een poster
In
deze beeldende vorming les kregen we allemaal een foto van een filmfragment.
Het fragment dat ik kreeg was een foto van Gru uit de film Verschrikkelijke
Ikke. Iedereen kreeg ook een blaadje met tekst erop; die tekst moest gelegd
worden bij het juiste plaatje. Uiteindelijk hoorde bij mijn plaatje de tekst:
kleurtemperatuur: warm. Op het plaatje was Gru te zien, met allemaal rode
lazerlampen op hem gericht. De tekst, kleurtemperatuur: warm, past bij dit
plaatje, omdat bij Gru letterlijk het vuur onder zijn voeten staat. Hij krijgt
het er warm van, en dit alles wordt duidelijk gemaakt door de warme kleuren die
gebruikt zijn (veel rood).
Na
deze opdracht gingen we met de klas een poster van de film Rio bekijken.
Hierbij gingen we vragen bedenken. Er konden verschillende soorten vragen
gesteld worden bij de poster. Wanneer je vragen aan je klas gaat stellen over
een poster, kan je het beste beginnen met een startvraag, zoals: wie kan kort
samenvatten waar de film over gaat? Door deze vraag te stellen, krijg je
inzicht in wie de film al gezien hebben en krijgen de kinderen die de film nog
niet gezien hebben, gelijk een samenvatting te horen over wat er gebeurd in de
film. Daarna kan je een onderzoeksvraag stellen, zoals bijvoorbeeld: wat is er
te zien op de foto? Als er dieren op de poster staan: wat voor dieren zie je?
Waaraan zie je dat het een mannetje of vrouwtje is? Waarom heeft het dier dingen
bij zich? Daarna komen de analysevragen, zoals: wanneer heb jij de dingen bij
je die het dier bij zich heeft op de poster? Beschrijf eens of het dier zich op
de poster thuis voelt, waarom wel of niet, waar zie je dat aan? Hierna volgen
de speculatieve vragen: die dieren lijken verliefd, zullen ze al een stelletje
zijn? Als laatste kan je overgaan op de oordelende vragen, dit zijn mening
vragen. Hierna hebben we deze soorten vragen toegepast op de poster van Big
Hero 6 (in samenwerking met Hanna Venderbos).
De link naar de Big Hero 6 poster:
http://www.thinglink.com/scene/643044281270927361
Tekeningen van een voorwerp
Bij
de volgende les ging het om het tekenen van een voorwerp. Het voorwerp dat ik
had gekozen was een flesje. Dit flesje moest getekend worden vanuit het
perspectief van drie verschillende stromingen. Dit deden we met behulp van de
tablet en een (heel mooi) tekenprogramma. De stromingen waaruit ik mijn
tekeningen heb gemaakt zijn het pointillisme, het futurisme en het
impressionisme. De tekening die is getekend vanuit het pointillisme is te
herkennen aan de kleine puntjes die samen de tekening vormen. De futuristische
tekening is te herkennen aan de herhaling van de flesjes, bij deze stroming heb
ik drie tekeningen gemaakt. De laatste tekening hoort bij het impressionisme,
dit is te herkennen aan de typische lichtval, de schaduw en het glimmen van het
flesje. Het flesje is getekend van donker naar licht.
Stop Motion
De
opdracht in de volgende les was om een Stop Motion te maken van ons
angstaanjagende PaboSnelheidsMonster. Het ging bij deze opdracht erom dat je
snelheid zag, een strijd met een ander racemonster en het moest eindigen met
een crash. We pasten ambachtelijke werkprocessen toe. Het maken van de Stop
Motion bleek veel moeilijker dan gedacht. Met behulp van een groene achtergrond
konden we zelf een achtergrond via de tablet toevoegen, omdat tegen het groene
alles wegviel bij de Stop Motion app. Het bleek heel lastig te zijn de
voertuigen en extra dingen stukje voor stukje te verschuiven. Een langzaam en
vermoeiend proces. Door extra voorwerpen toe te voegen, zoals wolkjes, kon er
extra nadruk gelegd worden op de snelheid. Doordat de wolkjes bewogen, leek het
alsof de racemonster heel snel gingen. De Stop Motion is zeker niet perfect,
maar we hebben ons uiterste best gedaan er iets goeds van te maken!
De link naar het Stop Motion filmpje:
https://www.dropbox.com/sh/hxevb5u2jl6snrn/AAAl1sWYNqRcvePM575irI7ka?oref=e#lh:null-My_Stop_Motion_Movie.mov
Racemonster
De
tweede beeldende vorming les en dus de tweede opdracht. Met als technisch doel
dat we een gestroomlijnd en snel voertuig moesten bouwen, met bewegende delen.
Het beeldende doel was dat het voertuig eruit moest zien als een gevaarlijk
monster. Het PaboSnelheidsMonster is angstaanjagend gemaakt door de rode tong,
het grote oog en de verschillende uitstekende sliertige poten. Dat het een snel
monster is, is te zien aan de spitse voorkant, de vlammen die uit de achterkant
schieten, de groene vleugels die naar achteren geblazen worden en de stekels
die ook naar achteren staan. Ons monster is een vliegende verschrikking, te
zien aan de watten/wolken onder het monster. Er is te zien dat er gebruik gemaakt
is van verschillende assemblagetechnieken. Niet alleen is er gebruik gemaakt
van lijm en plakband, ook zijn er delen in elkaar gehaakt, zoals de spitse
voorkant. Daarnaast zijn er dingen in gevouwen, zoals duidelijk te zien is bij
de tong. Als laatste zijn ook goed de knopen te zien waarmee de poten zijn
vastgemaakt aan het monster, deze poten kunnen ook bewegen (in samenwerking met Marijn van Vliet).
maandag 16 maart 2015
Lesfasenmodel; een hoge papieren toren bouwen.
De
eerste les beeldende vorming. Daar hoort ook een eerste opdracht bij. We kregen
een gedetailleerde instructiekaart. Er stond een leuk inleidend verhaaltje bij
en er stond duidelijk bij waaraan de opdracht moest voldoen. We moesten een zo
hoog mogelijke toren bouwen met papier, waarop het beste restaurant van de
wereld op stond aangekondigd. Dat was best lastig, want hoe maak je papier zo
stevig mogelijk? Hoe krijg je de toren zo hoog mogelijk zonder dat hij instort?
Dat stond niet op de instructiekaart, dus daar moesten we goed over nadenken.
Dat maakte de opdracht ook meer uitdagend. Uiteindelijk waren we trots op het
resultaat!
Abonneren op:
Posts (Atom)